top of page

Lesideeën rekenen met de Winterspelen als rekeninspiratie!

Onderstaande lesideeën bevatten allerlei opdrachten en ideeën om de Winterspelen te gebruiken als rekeninspiratie in de klas.


Deze ideeën zijn voor de leerkracht geformuleerd en vergen hier en daar nog wat voorbereiding, bijvoorbeeld het printen van schaatstijden, of het bekijken van een filmpje.


De ideeën zijn ingedeeld per thema. Deze thema’s corresponderen met de thema’s die wij hanteren bij onze methodiek LDO Rekenen. De opdrachten zijn in ieder geval geschikt voor de bovenbouw, maar sommige opdrachten kunnen ook in de middenbouw worden aangeboden.


Veel opdrachten hebben een onderzoekend karakter. Laat kinderen zelf onderzoeksvragen bedenken met de olympische spelen en rekenen. Dan ontstaat er nog meer betrokkenheid en eigenaarschap. De resultaten lopen meer uiteen en kinderen leren veel meer. Zijn ze dit niet gewend, of komen ze er niet uit? Gebruik dan de vragen bij onderstaande opdrachten.


Heel veel succes en plezier met het uitvoeren van de opdrachten. En laat even weten hoe je ze hebt ervaren!


Deze lesideeën zijn een idee van Denken in Doelen.


LDO Rekenen is gebaseerd op het rekenconcept van ‘Denken in Doelen’ wat al voor vele scholen werkt! Lees hier meer over de methodiek LDO Rekenen.


Thema: Getalbegrip en getalbewerking


1: Ga op zoek naar getallen die met de olympische winterspelen te maken hebben. Kinderen doen dit aan de hand van onderzoeksvragen die ze zelf hebben, of anders help je ze op weg door bijvoorbeeld op zoek te gaan naar de antwoorden op de volgende vragen:

  • Hoeveel landen doen er eigenlijk mee?

  • Hoeveel medailles zijn er te winnen?

  • Hoeveel medailles heeft Nederland gewonnen tijdens de afgelopen winterspelen van 2006, 2010, 2014 en 2018 samen?

  • Hoeveel medailles wonnen alle landen tijdens de vorige winterspelen?

  • Hoeveel medailles zijn er tot nu toe al verdeeld?

  • Hoeveel rondjes worden er eigenlijk geschaatst per afstand?

  • Hoeveel keer zijn de winterspelen al georganiseerd?

Stimuleer de kinderen om ook bewerkingen uit te voeren met deze getallen. Kunnen ze getallen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen? Noteer alle getallen en hang ze op in de klas.


2: Ga op zoek naar getallen in krantenartikelen over de Olympische spelen. Schrijf de getallen als woorden en laat de kinderen bedenken wat deze getallen eigenlijk betekenen. Maak een mooie muur met al deze getallen.


Thema: Tijd


1: Laat de kinderen alle tijden op zoeken van de Nederlandse sporters die in actie komen tijdens de winterspelen. Kunnen ze de tijden in digitale tijden schrijven en in analoge tijden? Op elke dag kun je ook nog uitrekenen hoe lang het nog duurt tot de wedstrijd begint.

Moeilijker maken? Hoe lang duurt 1 rit van bijvoorbeeld de 1500 m (ongeveer 2 minuten). Ireen Wüst moest starten in de 11e rit. Hoe laat moet zij dan ongeveer schaatsen. Houd ook rekening met de dweilpauzes en opwarming voor de start.


2: Op welke dagen komen de Nederlandse sporters eigenlijk in actie? En welke datum. Laat de kinderen dit op een kalender bijhouden. De kalender krijgt natuurlijk een mooie plek in de klas. Hoeveel nachtjes slapen nog voordat Bergsma de 10.000 m gaat rijden? En wat gebeurt er overmorgen? Natuurlijk kun je kinderen dit ook van andere sporten laten uitzoeken, of van andere landen.


3: In welke jaren werden/worden er allemaal winterspelen gehouden? Laat de kinderen de jaartallen opzoeken en opschrijven. Ze kunnen hier ook een mooie tijdbalk bij maken. Misschien later ook de zomerspelen toevoegen? Of het WK voetbal. Wat valt de kinderen op?


4: Beijing ligt in een andere tijdzone. Dat betekent dat de sporters eigenlijk op andere tijden sporten. Laat de kinderen de Nederlandse tijden omrekenen naar Beijing tijden of andersom.


Thema: Tabellen en grafieken


1: Je kunt de kinderen natuurlijk allemaal grafieken laten maken met heel veel onderzoekvragen. Laat de kinderen zelf onderzoekvragen bedenken en welk type grafiek ze erbij willen maken. Of gebruik een van de onderstaande voorbeelden:

  • Hoeveel medailles won Nederland de vorige edities van de winterspelen. Hoeveel bronzen/zilveren en gouden. Dit kun je mooi weergeven in een beeldgrafiek of histogram.

  • Per dag bijhouden hoeveel medailles Nederland wint in een lijngrafiek. Maak 1 lijn voor de mannen en 1 lijn voor de vrouwen. Dit kan natuurlijk ook in vergelijking met een ander land.

  • Kijken naar schaatstijden. Hoeveel procent van de schaatsers schaatsten tussen een bepaalde tijd. Maak hier een mooie cirkeldiagram van.

  • Moeilijker: snelheidsgrafiek maken van bijvoorbeeld de winnende race van Irene Schouten. Iedere ronde de gemiddelde snelheid uitrekenen en dat in een lijngrafiek zetten. Je kunt deze snelheid bijvoorbeeld ook vergelijken met de nummer twee en nummer drie.

Laat de kinderen na het maken van de grafiek ook altijd een paar vragen bedenken bij de grafiek en een antwoordenformulier maken. Kunnen andere kinderen het antwoord van deze vragen vinden door de grafieken goed te bekijken?


2: Start een poule. Laat de kinderen de uitslagen voorspellen en laat kinderen bijhouden wie de uitslagen goed heeft. Bedenk van te voren samen met de groep een puntensysteem en laat de kinderen dus bijhouden wie er eerste staat in de poule. Dit wordt natuurlijk netjes genoteerd in een tabel.


Thema: Kommagetallen


1: Print de verschillende eindtijden van het schaatsen uit. Wie heeft er eigenlijk gewonnen? Hoe spreek je die tijd uit? Laat de schaatstijden op volgorde leggen.


2: Fotofinish: bekijk het filmpje van de fotofinish van Tedjan Bloemen en zijn tegenstander (5 km) van de vorige spelen. Dit is een mooie aanleiding om te praten over kommagetallen. Waarom hebben we die bij schaatswedstrijden eigenlijk nodig? Kennen de kinderen nog andere sporten waar we kommagetallen echt nodig hebben?


3: Moeilijke opdracht: Stel je voor.. Je wilt zelf naar Beijing om de Nederlandse sporters aan te moedigen. Kun je uitzoeken wat zo’n reis je gaat kosten? Waar moet je allemaal voor betalen en wat kost het?



bottom of page